top of page

Op bezoek bij RST Zorgverleners: 'RAI is een gebruiksvriendelijk & systematisch indicatie-instrument



Een deel van Nederland is er al decennia mee vertrouwd: RST Zorgverleners, goed voor zo’n 1.000 professionals in wijkverpleging, kraamzorg en huishoudelijke ondersteuning. Het christelijk karakter garandeert een mensgerichte en - zeker in deze tijden - net vooruitstrevende dienstverlening. De RST-waarden spreken voor zich: respect, vertrouwen, eerlijkheid, liefde, duurzaamheid en kwaliteit. Zo ontstaat een bijzondere band met de cliënt die de zorgpraktijk ver overstijgt. Teammanager verpleging & verzorging Wieneke Mulder vertelt hoe RAI daarin past.


De hele mens, de hele zorg

RST Zorgverleners werkt vanuit een christelijke visie. ‘We kijken naar de hele mens, ook naar het geestelijk welzijn. We zorgen dat de cliënt zo zelfstandig mogelijk blijft functioneren en vullen aan waar dat niet meer lukt. De mens bestaat niet alleen uit een lichaam, hij heeft ook een ziel. Daar hebben we aandacht voor, zeker in de laatste levensfase en wat je daarin kan betekenen voor mensen, zeg maar een stukje zingeving.’

Met RAI pak je het bepalen van de zorgvraag systematischer aan zodat de situatie beter wordt voorspeld

Wieneke deed veel ervaring op in de wijkverpleging. ‘Op een gegeven moment wou ik meer uitdaging dus begon ik met een Master Innovatie in Zorg en Welzijn aan de Hogeschool Utrecht. In dat kader moest ik een verbetertraject ontwerpen en implementeren. Dat werd ongewenste praktijkvariatie in de wijkverpleegkundige indicatiestelling. Want het viel mij op dat er best grote verschillen zaten in de indicatiestelling van verschillende wijkverpleegkundigen, afhankelijk van hun visies, voorkeuren en competenties.’


Bewustwording en bijsturing


Wienekes onderzoek paste perfect in de tijdsgeest. ‘De zorg wordt door de zorgverzekeraars naar de doelmatigheid gedreven. Zodat we zoveel mogelijk mensen helpen in zo min mogelijk tijd. En als je daar niet aan voldoet dan word je gekort op de tarieven als zorgaanbieder. Onze directeur zat daar flink mee in de maag, want we waren een organisatie die best veel zorguren per cliënt inzette. Dat was de aanleiding om te kijken naar passende zorg: wat is meer noodzakelijk en wat minder?’ Veel gesprekken met collega’s leidden tot een nieuwe vormingsvisie en een voortdurende bewustwording. ‘We kijken naar welke dingen een cliënt zelf kan, al of niet geholpen door een mantelzorger, een technisch middel… Als programmamanager passende zorg maak ik dat er een dialoog blijft en dat er ondersteunende initiatieven komen. RAI is een onderdeel van dat programma.’


Van NANDA NIC NOC naar RAI

De wijkverpleging bij RST werkte al met het classificatiesysteem NANDA NIC NOC. ‘Een heel gedegen systeem maar omvangrijk en niet super gebruiksvriendelijk. We hadden 3 van die dikke mappen en daar zaten we dan in te bladeren, op zoek naar de juiste doelen en interventies. Al bij al neemt het indiceren veel tijd in beslag. Per toeval kwam ik uiteindelijk bij RAI, toen ik mijn zwager vertelde over mijn studie. Zijn broer was al bezig met RAI, dus ging ik meteen Googelen. Want het voldeed aan de aanbevelingen uit mijn onderzoek: het ondersteunt de toepassing van wetenschappelijke richtlijnen en het ondersteunt de wijkverpleegkundigen in het bepalen van de zorgvraag, zodat ze minder tijd verliezen met het indiceren. Ook de directeur had erover gehoord via zorgverzekeraar Menzis en gaf groen licht.’


Grotere pilot, meer onderzoek

De eerste pilot liep van mei tem augustus 2021. ‘De uitkomsten waren voorzichtig positief, maar met zo’n korte pilot en kleine groep wijkverpleegkundigen konden we nog niet beslissen. Bovendien viel de businesscase nog wat ongunstig uit, al kregen we wel een SOW-subsidie. Daarom zijn we een tweede pilot van een half jaar gestart met dubbel zoveel wijkverpleegkundigen. De anderen werken nog met het oude systeem.


Het zit vooral in vragen die je anders niet stelt, zeg maar minder de standaardvragen, waardoor dingen naar boven komen die je anders mist.

We willen aantonen dat RAI echt wat toevoegt, dat we de bespaarde indiceertijd weer in de wijk inzetten. En dat er minder praktijkvariatie is en we op basis van de vragenlijst dezelfde uitkomsten hebben. Begin april doen we een evaluatie. De Universiteit Maastricht, het Nivel en de Hogeschool Utrecht doen nu trouwens onderzoek naar ongewenste praktijkvariatie in de wijkverpleegkundige indicatiestelling. Ook bij ons, ze willen de dossiers met NANDA NIC NOC en RAI vergelijken.’


Positieve indrukken, constructieve werkpunten


De eerste reacties waren alvast bemoedigend. ‘Over het algemeen bleek de vragenlijst heel gebruiksvriendelijk, daar waren de wijkverpleegkundigen heel positief over. Het zit vooral in vragen die je anders niet stelt, zeg maar minder de standaardvragen, waardoor dingen naar boven komen die je anders mist. En dan een doel stellen met de cliënt, een zorgplan maken in echt begrijpelijke taal, een onderbouwde indicatie op korte tijd...


Dat laatste ging minder makkelijk met NANDA NIC NOC. Daar zagen we het grootste verschil tussen de ervaren rotten en de best grote groep van jonge, onervaren verpleegkundigen. Die varen net wel bij zo’n gestandaardiseerd instrument.’


Zijn er ook wat werkpunten? ‘De app kan meer op maat van de wijkverpleging, door notitieruimte te voorzien. Want soms vertelt een cliënt iets dat je niet in de vragen kwijt kan. Het is natuurlijk prachtig dat Pyxicare die NZa-profielen erin bouwde, maar de koppeling met Nedap moet nog doorontwikkeld worden. En de CAPS (cliëntaandachtspunten) waren helemaal nieuw voor ons, de interpretatie ervan is dus een leerproces.’


Minder voorschrijvend, meer systematisch

Het zorgplan wordt meer cliëntgericht. ‘RAI is minder voorschrijvend in hoe je het moet invullen, bij NANDA NIC NOC neem je echt doelen en interventies over. RAI geeft minder specifieke doelen en interventies, wat helpt om het gesprek met de cliënt aan te gaan. En wat die wil bereiken. Nu zit de wijkverpleegkundige nog vaak achter haar pc en typt ze uit de boeken over wat doelen en interventies zouden moeten zijn. Met RAI pak je het bepalen van de zorgvraag systematischer aan zodat de situatie beter wordt voorspeld, bij NANDA NIC NOC is dat meer afhankelijk van de wijkverpleegkundige zelf.’


Objectief onderbouwde indicatiestelling

De rol van mantelzorger wordt bovendien groter. ‘Maar we merken dat de mantelzorgers, vaak uit jongere generaties, minder beschikbaar zijn dan vroeger maar meer eisen stellen. Dan helpt een objectievere indicatiestelling zeker, dat je onderbouwd kan aantonen hoeveel zorguren hun ouders krijgen.’ Ook de hogere profielen binnen RST Zorgverleners zien langzaam de voordelen. ‘Onze financieel manager voelde zich aangesproken door het feit dat je die NZa-profielen zichtbaar kan maken, en dat je ook kwaliteitsindicatoren volgens de populaties kan sturen.’


Meer RAI-gebruikers, meer samenwerking

Als trekker in de zorgvernieuwing kijkt Wieneke naar de toekomst. ‘Over het algemeen is RAI/Pyxicare veelbelovend, ik hoop dat het meer bekend wordt in Nederland. De babyboomers zijn straks echt booming: om te voorkomen dat straks een kwart van de beroepsbevolking in de zorg moet werken (lacht) wil ik een bijdrage leveren. RAI kan daarbij helpen, zeker als anderen het gebruiken en je zo met elkaar communiceert. Daar staan we in Nederland nog heel ver van, iedereen doet weer een intake bij de cliënt met het eigen systeem. Dat kost allemaal tijd. Een flink deel van de wijkverpleging in Nederland gebruikt nu nog Omaha als kwalificatiesysteem: ik denk dat ook daar een forse verbetering te maken valt.’


Bekijk het webinar met Wieneke

Thuiszorg indicatie met RAI en integratie met het NZa cliëntprofiel: daarover gaat het webinar waarin ook Wieneke vertelt over de RAI ervaringen van RST Zorgverleners.




341 weergaven
Uitgelichte berichten
bottom of page